Boosheid: een emotie met pit (zelfs voor een pleaser) 😡🌶️

Gepubliceerd op 4 december 2024 om 10:00

"Word jij soms wel eens boos?" vroeg een collega me onlangs. Mijn reactie? Een oprechte lach en een "Oh ja, wees maar zeker! En hoe!" Maar als HSP en geboren pleaser is boosheid voor mij een van de moeilijkste emoties om te tonen. Het voelt bijna als een verboden vrucht – eentje waar ik liever met een grote boog omheen loop.

Waarom is boosheid toch zo ingewikkeld? Als kind leerde ik – net zoals veel anderen – dat boosheid ‘niet netjes’ is. Ik ben opgegroeid met de gedachte dat het beter is om begripvol te zijn, om conflicten te vermijden en vooral... om aardig te blijven. Boosheid was iets voor anderen, voor hen die niet konden ‘beheersen’.

Maar nu ik ouder ben, weet ik beter. Boosheid is een emotie die niet alleen menselijk is, maar ook ongelooflijk waardevol. Het laat ons zien waar onze grenzen liggen, wat ons pijn doet en – misschien nog belangrijker – waar we voor staan. Het is een signaal van ons lichaam dat zegt: "Dit klopt niet. Hier moet iets veranderen."

En toch... ondanks dat inzicht blijft het lastig. Mijn pleaserbrein schreeuwt bij boosheid steevast: "Doe maar normaal. Laat het gaan. Het is het niet waard om de harmonie te verstoren." Maar inmiddels heb ik geleerd dat onderdrukte boosheid ook een prijs heeft. Ze zoekt haar weg naar buiten, vaak op de meest onhandige momenten. Denk aan dat moment waarop de ketchupfles niet open wil, en ineens lijkt het alsof die fles symbool staat voor alle onuitgesproken frustraties van de afgelopen maand.

Wat heb ik ontdekt?

1️⃣ Boosheid benoemen is een kracht, geen zwakte. Het heeft niets te maken met agressie of onredelijkheid, maar alles met eerlijkheid tegenover jezelf en de ander.

2️⃣ Je kunt boos zijn én liefdevol blijven. Boosheid hoeft niet te escaleren in een ruzie. Het kan juist een uitnodiging zijn tot verbinding, zolang je de emotie vanuit respect communiceert.

3️⃣ Grenzen stellen is zelfzorg. Als ik mijn boosheid altijd inslik, leert niemand mijn grenzen kennen – inclusief mezelf.

Dat betekent niet dat ik nu dagelijks de lont in het kruitvat steek. Ik kies mijn momenten, maar ik geef mezelf toestemming om boos te zijn wanneer het nodig is. Soms is dat richting mijn kinderen (ik ben ook maar een mens), soms in een moeilijke werkcontext, en soms... richting mezelf. Want eerlijk? Ik ben mijn eigen strengste criticus.

Dus ja, ik word boos. Niet vaak, en zeker niet zomaar, maar wel op de momenten dat het nodig is. En weet je wat? Ik ben er trots op. Want door mijn boosheid ruimte te geven, toon ik mezelf én anderen dat ik er mag zijn – volledig, met al mijn emoties.

En jij? Hoe ga jij om met boosheid? Is het een bondgenoot of blijft het een emotie die je liever wegduwt?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.