Veiligheid vinden — midden in jezelf

Gepubliceerd op 30 april 2025 om 10:00

Soms volstaat één blik. Eén opmerking. Eén situatie die meer weg heeft van een schijnbaar banaal moment dan van een dramatische wending in je levensverhaal. En toch: boem. Alles begint te malen. De binnenwereld schiet in overdrive. Je hart slaat sneller, je hoofd zoekt verklaringen, je ogen prikken van de tranen waarvan je dacht dat ze wel op waren.

Het is frustrerend hoe oud zeer zich in nieuwe jasjes blijft aandienen. Je denkt: "Komaan, dit ken ik intussen toch wel?" Maar je lijf is je voor. Dat voelt die knoop in je buik al, nog voor je hoofd de draad heeft opgepikt.

Bij mij was het ook weer zover. En ik dacht: stop, ik wil hier niet opnieuw in blijven hangen. Niet alleen maar piekeren, niet eindeloos herkauwen. En toen herinnerde ik me die lichaamsgerichte oefening. Over oriëntatie en veiligheid. Nog niet zo lang geleden geleerd — en toch, in de rush van het dagelijkse leven, laat ik ze vaak liggen. Een dikke foei-vinger naar mezelf dus, want ik wéét dat deze oefening zoveel kracht heeft. Niet omdat ze de problemen oplost als een toverstokje, maar omdat ze je lijf leert: hé, je bent veilig. En hoe vaker je dat oefent, hoe beter je zenuwstelsel het zich herinnert. Je capaciteit vergroot, echt waar. Maar alleen als je ermee aan de slag blijft. Anders glipt het weer weg, bijna ongemerkt.

Ik besloot ze opnieuw te doen. In m’n slaapkamer, mijn veilige plek. Niet om alles op te lossen, maar om mezelf weer even te her-inneren: ik ben hier. En hier is het oké. Mijn lichaam, dat net nog in paniekstand zat, werd weer mijn gids. De vloer onder mijn voeten. De zachtheid van mijn matras. De stilte. De gedachte: deze ruimte oordeelt niet.

Ik voelde de druk op m’n borst wat verzachten. Er kwam zelfs ruimte om te grinniken. Want, echt: het contrast tussen wat je lijf voelt in een herinnering en wat er echt aan de hand is in het nu — dat is soms zó groot dat het bijna komisch wordt. “Rustig maar,” zei ik zachtjes tegen mezelf, “je bent niet in een Griekse tragedie beland. Je bent gewoon een mens met zenuwbanen die hard hun best doen.”

Wat me het meest raakte, was niet het verdwijnen van de spanning. Het was het besef dat ik het kón: terug naar het nu. Naar veiligheid. Zonder dat iemand dat voor mij moest doen. Ik had het gewoon bij me.

Die gedachte wil ik je meegeven. Niet als quick fix. Niet als advies waar je meteen iets mee moet. Gewoon als herinnering: dat je lichaam soms beter weet dan je hoofd. En dat veiligheid — hoe wankel ook — een plek kan worden waar je naartoe leert keren. Midden in jezelf.

Met rust. Met een scheef lachje. Met liefde.

Je hoeft niet te vechten om te landen.
De plek waar je mag zijn,
draag je al die tijd met je mee.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.