Ze zeggen dat iedereen iemand nodig heeft. Een schouder om op te leunen, een arm om je heen, een stem die fluistert: "Het komt goed." Klinkt prachtig, toch? Maar als ik eerlijk ben, geeft dat idee me vooral de kriebels. Het voelt alsof ik gevraagd word om die zorgvuldig gemetselde muur om mijn hart niet alleen te laten scheuren, maar ook zelf vrolijk mee te gaan slopen. Met blote handen. 🛠️ Terwijl ik daar nu juist al die jaren zo lekker veilig achter zat.

Waarom die muur er kwam? Simpel. Hij was mijn veilige haven. Mijn "je-doet-me-niets-ik-ben-onkwetsbaar"-fort. 🏰 Maar nu, met elke scheur die erin ontstaat, voel ik iets opborrelen wat ik jarenlang heb proberen te vermijden: kwetsbaarheid. En laten we even eerlijk zijn: dat is geen fijn gevoel. Het is je openstellen voor pijn, voor afwijzing, voor de kans dat iemand ziet wie je écht bent en misschien denkt: "Nee, dank je."
Moedig? Of gewoon doodeng?
Mensen zeggen me dat het moedig is. “Je leeft!” hoor ik. “Je voelt!” Maar weet je wat ik vooral voel? Angst. 😟 Een groot, kloppend monster dat vraagt: "Ben ik goed genoeg? Word ik geaccepteerd zoals ik ben?" Die vragen liggen als een setje zandzakken op mijn schouders en doen me twijfelen of ik die muur niet gewoon beter kan laten staan. Veiligheid voor alles, toch?
Maar blijkbaar hoort die kwetsbaarheid erbij. Het toont dat je geraakt wordt, dat je leeft, zeggen ze. En hoewel ik dat theoretisch wel begrijp, voelt het in de praktijk vooral als een bijzonder ongemakkelijk soort yoga-oefening 🧘♀️ waar ik nooit vrijwillig aan begonnen was.
Liefde ontvangen van een ander—die warme bevestiging dat je gezien, gewaardeerd, en gekoesterd wordt zonder erom te hoeven vragen—is iets waar we allemaal naar hunkeren. En het is oké om dat te willen, om te hopen dat iemand jouw unieke licht herkent en het spontaan wil omarmen.
Bindingsangst & ik: een (toxic) liefdesverhaal
Om het nog wat ingewikkelder te maken, lijk ik een talent te hebben voor het aantrekken van mannen met bindingsangst. 🙄 Alsof ik een abonnement heb op dezelfde archetypes. Ze zijn charmant, intrigerend, en meestal net zo enthousiast over muren als ik. Wanneer twee mensen met muren elkaar ontmoeten, lijkt het een beetje op een architectencongres: iedereen verdedigt trots zijn bouwwerk, maar er komt weinig echte verbinding uit voort. 🏗️
Het is een bizarre dynamiek. Zij deinzen terug zodra ik dichterbij kom, en ik twijfel of ik wel dichtbij wil komen, want wat als het misgaat? Toch blijf ik proberen. Waarom? Omdat ergens, diep vanbinnen, dat verlangen leeft om gezien te worden. Niet ondanks mijn muren, maar juist met alle scheuren en barsten die ze inmiddels hebben opgelopen.
Het lef om te leven (en te falen)
Misschien zit daar de les. Dat we allemaal een beetje bang zijn. Dat liefde – in welke vorm dan ook – een sprong in het diepe is. 🌊 En ja, die muur voelt veilig, maar hij houdt niet alleen pijn buiten, hij houdt ook alles wat mooi is op afstand.
Dus hier sta ik dan. Wankelend tussen mijn muur en het verlangen om hem af te breken. Met een hoofd vol twijfels, maar ook met een hart ❤️ dat ergens weet: kwetsbaar zijn, betekent dat je leeft. En als ik dan toch plat op mijn gezicht val? Tja, ik kan er maar beter om lachen. 😂 Misschien vraagt iemand dan eindelijk of het wel gaat. En als dat niet zo is, bouw ik een nieuw fort. Dit keer met ramen erin. Zodat ik tenminste af en toe naar buiten kan kijken.
Hoe zit het met jouw muren?
Wat houdt jij veilig achter slot en grendel? 🗝️ En wat zou er gebeuren als je die muren een klein beetje laat zakken?
Ben je bereid om het risico te nemen om écht gezien te worden, met al je barsten en scheuren? 🌟
Reactie plaatsen
Reacties