Lentekriebels. Voor de ene een zalig vooruitzicht, voor de andere een aanslag op het zenuwstelsel. En voor mij? Een beetje van beide. π De eerste zonnestralen geven me energie, maken plannen en dromen wakker. Maar tegelijk trekken ze ook een vergrootglas over alles wat wringt, schuurt en onafgewerkt voelt. π¬

Neem nu Amber. Mijn fantastische dochter die op een kruispunt staat: waar gaat ze haar studie psychologie aanvatten? π Ik ben ongelooflijk trots op haar, maar het doet ook pijn. Niet om haar keuze, wel om het feit dat ik hierover niet met haar papa kan sparren. Hij is daar simpelweg niet mee bezig. En dat is niet nieuw, maar het blijft een gemis. π Een gesprek waarin je samen weegt, aftoetst, overweegt – dat zit er niet in.
Of Senne, mijn hardwerkende zoon die zijn studentenjob met zoveel verantwoordelijkheidsgevoel doet dat ik er soms stil van word. πͺ Ik ben enorm trots op zijn werkethiek, maar ergens ook bezorgd. Want waar ligt de grens tussen gedrevenheid en overbelasting? βοΈ En opnieuw: geen vader om dit mee te bespreken. Niet dat hij er niet is, maar omdat gesprekken daar nooit echt tweerichtingsverkeer zijn. Een gedacht wisselen? Vergeet het. Het zou een ‘zo zit het’ worden en dat is niet waar ik behoefte aan heb. π€·βοΈ
Dan is er nog het huis. Onze thuis. π‘ Met een to-dolijst die langer is dan een supermarktbon na een maand vasten. π Ik weet dat die werken niet vanzelf weglopen (was het maar waar! πβοΈ), maar soms voelt het alsof ze op me afstormen. Echt, ik kan dat niet alleen. Maar hulp vragen? Dat is zo mogelijk een nog grotere uitdaging dan het werk zelf. Ik sta niet graag in het krijt bij iemand. En dus blijf ik maar proberen, duwen, trekken. Vermoeiend? Ja. Effectief? Dat valt te bezien. π
En dan mijn coachopleiding. Bijna afgerond. π In theorie weet ik dat ik enorm gegroeid ben, als mens en als professional. Maar ben ik ook een goede coach? π€ Dat blijft de vraag. Want kennis is één ding, maar de kunst is om het te belichamen. Het te zijn, in plaats van alleen maar te weten. Dat stukje blijft spannend. π¬
Maar de allergrootste confrontatie? Mijn relationele groeipijnen. π Of beter gezegd: de vaststelling dat ik op liefdesvlak weer/nog steeds dezelfde angsten heb als toen ik begin twintig was. Bang om niet te voldoen. Bang om te blijven ronddwalen in de ‘forever single’-sectie. π³ Bang om gekwetst te worden. En dat allemaal terwijl ik anderen help om hun emotionele patronen te doorbreken. De ironie, niet? π
Lente. Het seizoen van groei, bloei en – laten we eerlijk zijn – opflakkerende existentiële crisissen. πΈ Maar goed, ik blijf ademen, ik blijf voelen. En als het me allemaal even te veel wordt, weet ik dat ik altijd nog kan doen wat de natuur ons op dit moment leert: een beetje rekken naar het licht, maar met stevige wortels in de grond blijven staan. πΏ
Reactie plaatsen
Reacties