De dag na de innerlijke overwinning: waar blijft mijn medaille?

Gepubliceerd op 11 juni 2025 om 10:00

Er zijn van die momenten waarop je jezelf stiekem een staande ovatie wil geven.
Zoals deze week, toen ik op een datingapp terechtkwam in een situatie die vroeger garant stond voor drie dingen: mijn vluchtreflex, een conflict in wording of het compleet dichtklappen en achteraf analyseren tot mijn hoofd oververhit raakte.

Maar deze keer… bleef ik staan.
Niet met mijn vuisten, niet met m’n muren, maar met m’n kern.
Ik bleef communiceren.
Ik bleef trouw aan wat voor mij belangrijk is.
Serieus Heidi, wie bén jij zelfs?!

Ik voelde me oprecht trots. Alsof ik even langs de innerlijke meetlat mocht en dacht: “Kijk, ik bén aan het groeien. Ik leef m’n werk. Ik leer mezelf dragen.”
Om dat moment te verankeren, schreef ik een gedicht.
(Want niets zegt: ‘ik groei’ zoals poëzie in een notitieboek vol koffievlekken.)

Maar ja.
Daarna komt ‘de dag nadien’.
Die moment waarop je wakker wordt en denkt: “Oké… en nu?”
Er komt geen lintje, geen bloemen, geen applaus. Zelfs geen virtuele badge: “You survived a dating trigger and stayed regulated.”
Wat er wél komt?
Een soort kater. Niet van wijn, maar van het besef: dit harde werk verandert niks aan dat onderliggende verlangen.

Het verlangen naar verbinding zonder jezelf kwijt te raken.
Naar gewoonheid zonder sleur.
Echtheid zonder drama.

Ik hoef geen hoofdrol in een relatie met spotlights, draaiboek en regieaanwijzingen.
Ik wil gezien worden zoals ik ben:
Met zachtheid.
Met nuance.
Met humor die nét iets te laat komt omdat ik eerst gevoeld heb wat ik ga zeggen.
Ik wil geen puzzelstukje zijn dat ergens past omdat ik mezelf heb bijgevijld tot het klikt.
Ik wil mezelf mogen meebrengen — met rafelrandjes, groeilijnen en al.

En ik wil iemand ontmoeten die geen schrik heeft van dat alles.
Die me niet ziet als “intens” maar als écht.
Die niet onder de indruk is van mijn zelfreflectie, maar die er stil van wordt omdat hij voelt: “Dit is iemand die blijft staan. Ook als het schuurt.”

Dus ja, ik ben gegroeid.
Ik sta.
Ik blijf oefenen in verbinden én begrenzen.
En misschien moet ik mijn innerlijke applaus gewoon zelf maar geven.
(Eventueel mét confetti en een zak chips. Zelfzorg is belangrijk.)

Want het echte werk zit niet in de grote gebaren, maar in die kleine verschuivingen.
In de manier waarop ik blijf luisteren naar mezelf, ook als de buitenwereld daar geen soundtrack bij voorziet.
In het vertrouwen dat elke stap dichter bij mezelf, me óók dichter brengt bij iemand die dat ziet.
Niet ondanks mijn gevoeligheid, nuance en twijfels —
maar juist daarom.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.