Moederen in het groot en het klein

Gepubliceerd op 25 juni 2025 om 10:00

Of: hoe je hart soms drie maten groeit en tegelijk in je schoenen zakt.

Moederen. Wat een werkwoord. En wat een rollercoaster, zeker als je hersenen nooit écht stilstaan en je hart sowieso al te groot is voor je borstkas.
Als HSP en INFJ (al hoef je die termen er niet bij te kennen om me te begrijpen), is het moederschap voor mij geen project, maar een allesdoordringend deel van wie ik ben.

Ik hou van mijn kinderen met een liefde die zelfs mijn eigen woorden soms overstijgt. En als ik zie hoe ze hun weg vinden, elk op hun unieke manier, groeit mijn hart telkens een beetje verder.
Eentje dat met een nieuwsgierige blik de (universitaire) wereld verkent, onderzoekend, zeer empathisch en genuanceerd.
En eentje dat zich met volle overtuiging vastbijt in zijn doelen, met een werkethiek waar ik alleen maar stil van word.
Dat ik daarvan mag getuige zijn, voelt als een voorrecht.

Maar eerlijk? Soms denk ik dat ik het grandioos aan het verknoeien ben.
Omdat ik het gevoel heb dat ik tekortschiet. Dat ik te weinig steun, te veel voel, te weinig loslaat, of net te veel.
Mijn piekerbrein maakt overuren.
“Was dat gesprek wel helpend?”
“Had ik daar niet beter…?”
“Ben ik te aanwezig, te afwezig, te... veel?”

En dan komt het venijnige stemmetje: Ben ik wel een goede mama?

In het beste geval kan ik dat stemmetje even aankijken en zeggen:
“Jij bedoelt het goed, maar je zit me in de weg.”

In het slechtste geval blijf ik ermee wakker, en vraag ik me om 03u32 af of mijn zoon ooit in een diepe identiteitscrisis zal belanden omdat ik één keer vergeten ben naar de winkel te gaan voor zijn favoriete chips.

Maar er zijn ook momenten van troost.

Wanneer ik zie hoe ze zélf met nuance naar de wereld leren kijken.
Hoe ze mild zijn, en grappig, en oprecht.
Hoe ze vragen stellen die niet bedoeld zijn om snel een antwoord te krijgen, maar om een gesprek te voeren.
Dan denk ik: Misschien heb ik toch iets goed gedaan.

En nee, perfect wordt het niet. Maar eerlijk?
Ik wil liever niet dat ze een perfecte moeder herinneren.
Ik hoop dat ze zich een moeder herinneren die van hen hield.
Die haar best deed.
Die ook wel eens de mist inging, maar daarna haar fouten benoemde.
En vooral: die hen zag voor wie ze zijn, niet voor wie ze moesten worden.

Want moederen is geen optelsom van juiste keuzes.
Het is een dans van nabijheid en loslaten.
Van jezelf verliezen en opnieuw vinden.
Van fluisteren: Ik zie je — ook als je kind zijn kamerdeur dichthoudt.
En roepen: Doe je trui aan! — zelfs als hij 15 is en z’n eigen thermostaat heeft.

Ja, het is veel. En vermoeiend.
Maar ook wonderlijk. En kwetsbaar mooi.
En ik zou het voor geen goud willen missen.

Dus nee — ik ben geen handleiding voor foutloos ouderschap.
Maar wel iemand die moeder werd met heel haar hart, haar twijfels, haar overvolle hoofd en haar overlopende ziel.
En die — tussen de was en de zorgen door — probeert haar kinderen te tonen wat écht telt:
dat ze geliefd zijn, precies zoals ze zijn.
Zonder perfectie. Maar mét een overvloed aan echtheid. 🎈

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.